Fantastische Kunst
Sommige kunstenaars zijn in staat om met een klik van de lens of een streek van penseel volledige nieuwe werelden in het leven te roepen. Vormen en kleuren die in de natuur niet voorkomen schitteren op hun werken en zorgen ervoor dat wij als toeschouwer volledig worden meegezogen in de fantasie van de kunstenaar. Iets wat we best kunnen gebruiken, nu we in Nederland vaak aan ons huis gekluisterd zijn.
Op het eerste gezicht lijkt fotografie misschien het minst geschikte medium om onrealitsiche schouwspellen tot stand te brengen; het legt immers de wereld om ons heen vast. Maar het genoeg manipulatie van materiaal, decor, losse elementen en vooral perspectief weten deze kunstenaars werelden te maken die je niet zou kunnen dromen.
Marleen Sleeuwits (1980)
Marleen Sleeuwits is net zolang bezig met het vervormen van een alledaagse omgeving, dat hij niet meer herkenbaar is in haar werk. Het liefst werkt ze met onpersoonlijke ruimtes, zoals lege vliegvelden of verlaten kantoorgebouwen. De materialen die daar voor handen blijken, zoals gekleurde stangen, tape en laminaat, worden de bouwstenen van haar werk. Met behulp van verschillende technieken bouwt ze een geheel eigen en nieuwe wereld, die de identiteit van de oorspronkelijke plek moet uitbeelden. Na het fysieke werk gaat ze aan de slag met haar camera, waarbij ze goed kijkt naar de anatomie van de ruimte en speelt met perspectief en schaal. Bij het fotograferen kiest ze vaak een perspectief dat het minst de oorsprong van het beeld verraadt; al laat ze vaak wel een kleine clue, zoals een los stopcontact, achter. Had jij gedacht dat Interior no. 61 eigenlijk uit de inhoud van een gestript kantoor bestond? Of Interior no. 64?
Ruud van Empel (1958)
Hoewel deze foto sprookjesachtig lijkt, wil kunstenaar Ruud van Empel juist de wereld waarin we leven ermee afbeelden. Hij benadrukt wel, dat hij geen verhaal probeert te vertellen; dat mag de kijker zelf verzinnen. Gelukkig is er in zijn werk genoeg te zien; de nauwkeurig samengestelde computercollages bestaan uit allerlei digitale beelden van mensen en flora. Door de verzadigde kleuren, hoge contrasten en helderheid van de foto’s lijken ze tegelijk levensecht en idyllisch. Ook geven de afgebeelde planten en kinderen een pure en onschuldige lading aan het beeld; zouden we allemaal de wereld zo moeten zien?
Magriet Smulders (1955)
Er ligt een hele wereld verscholen in de bloemenfoto’s van Margriet Smulders. Geïnspireerd door bloemenstillevens van de 17e eeuw probeert zij het leven vast te leggen en na te bootsen. De bloemen ziet zij als acteurs tegen een decor, zoals in een Griekse tragedie. Het dramatische effect van haar werk wordt mede bereikt door het gebruik van spiegels, die alle elementen nog eens verdubbelen en een surrealistische sfeer aan het werk geven. Hierdoor wordt de samenstelling van objecten eerder een landschap dan een stilleven, waarin de gebruikte objecten hun oorspronkelijke betekenis enigszins kwijtraken. In Une hémisphère dans une chevelure zien we rode en roze bloemen, glazen vazen met gekke vormen en strengen haar. Geen van deze elementen is direct herkenbaar. Dat is de bedoeling; Smulders vindt het heerlijk zichzelf te verliezen in de dramatiek van het leven, en dat vertaalt zij in haar sensuele en emotionele kunst.
Ook een klassieker medium zoals verf en doek, of inkt en papier leent zich goed voor het maken van een wereld waarin je kunt ontsnappen aan de realiteit. Hoewel deze kunstenaars stuk voor stuk echte elementen hebben gebruikt als voorbeeld en inspiratie, kozen zij ervoor hun eigen twist eraan te geven. Zij laten hun fantasie los op een blanco doek en creëren uit het niets magische kleuren, vormen en voorstellingen.
Gé-Karel van der Sterren (1969)
Net als Van Empel zijn de sprookjesachtige schilderijen van Van der Sterren eigenlijk een kritiek op de hedonistische maatschappij waarin we leven. Door zijn vrolijke en felle kleurgebruik is visueel het enige dat van deze kritiek overblijft een onderhuids en ondefinieerdbaar gevoel. Dat is precies de bedoeling; Van de Sterren wil niet dat zijn schilderijen een duidelijke boodschap uitdragen. Een goed voorbeeld is Jolly Jumper. De felle kleuren van het schilderij en de stripboekreferenties (Supermanpose en de naam Jolly Jumper, Lucky Lukes paard) zijn een fel contrast met de dreigende, donkere takken die lijken uit te strekken als armen. Zal de afgebeelde vrouw wegvliegen of vallen en door de takken 'gevangen' worden? Hier zien we de dualiteit in Van der Sterren zijn werk. Hij gebruikt voornamelijk zijn palet en virtuositeit om alledaagse objecten en taferelen te transformeren naar een ongrijpbaarder geheel. Zo verandert hij onze perceptie en zien wij een interessantere, minder zwart-witte wereld.
René Daniëls (1950)
Op Komeet zien we een hoop blauwgroene tinten en iets dat op een baan lijkt. René Daniëls zijn werk zweeft tussen het figuratieve en abstracte in. Hoewel hij meestal realistische dingen als onderwerp neemt, is zijn stijl eerder abstract-expressionistisch. Deze dualiteit is een groot thema in zijn werk; hij vindt dubbelzinnigheid erg belangrijk, en ziet kunst als een spel dat nooit zal toegeven aan één enkele betekenis. Er zijn altijd meerdere interpretaties die gevormd kunnen worden. Hij noemt zijn werkwijze “beeldend dichten”, dus woorden en hun associaties spelen een grote rol. Had jij de sterrenhemel in dit werk gezien als het niet Komeet had geheten?
Nik Christenen (1973)
Omdat Nik Christenen van snel werken houdt, laat hij de verf links liggen en werkt hij met inkt. Door verschillende diktes en tinten door elkaar te gebruiken creëert hij zwart-wit voorstellingen met ongelofelijk veel diepte. Zijn werken lijken te leven; alsof de vormen en schaduwen veranderen terwijl we net even de andere kant op kijken. In Something for the Lost and Found is er een interessant samenspel gaande tussen figuratieve objecten en abstracte voorwerpen. Uit het midden van de verder herkenbare, tropisch ogende voorstelling lijken allerlei willekeurige, rechthoekige objecten te komen. De objecten vormen een sterk contrast met hun omgeving, maar lijken tegelijkertijd ermee samen te smelten. Dit geeft het idee van een andere dimensie die opdoemt uit de verte, of een glitch in de wereld die we kennen, die de droomachtige rust komt verstoren.
De komst van het internet maakte de mogelijkheden voor het creeren van een nieuwe wereld oneindig veel groter. In het begin werden deze mogelijkheden vooral verkend in het maken van games, maar ook de digitale kunst werd steeds populairder. Neem een kijkje bij enkele kunstenaars die zich de digitale wereld eigen hebben gemaakt en hun fantasie hebben losgelaten.
Camilla Ferrari (1992)
The Fabric of Change is een samenwerking tussen fotografe en videokunstenaar Camilla Ferrari en creatief technoloog Simone Verducci. Zij onderzochten, met behulp van kunstmatige intelligentie, de veerkracht van visuele kunst. Ferrari voerde video’s van haar eigen leven, de herinneringen van de afgelopen drie jaar, aan een computer. Ze waren benieuwd wat een computer zou doen met de herinneringen van een mens. Ook zonden andere mensen via Instagram hun eigen video’s in. Deze video’s komen via een speciaal programma de originele video in, waardoor deze steeds vervormt en verandert. Het resultaat is een stroom aan altijd veranderende beelden, een weergave van een digitale wereld die nooit twee keer hetzelfde is.
Pieter Schoolwerth (1970)
Wanneer het om kunst en schilderijen gaat probeert Pieter Schoolwerth verder te kijken dan het standaard tweedimensionale plaatje. Door in zijn werk, een kruising tussen schilderij en sculptuur, diepte aan te brengen onderzoekt hij de mogelijkheden van het toevoegen van meerdere dimensies. Dit zorgt ervoor dat wanneer dit werk vanuit verschillende hoeken wordt aanschouwd, er telkens weer nieuwe kleuren, vormen en patronen te zien zijn: het kunstwerk beweegt met je mee. Als basis neemt hij analoge foto’s, die hij vervolgens digitaal vervormt tot 3d kunstwerken zoals Behavioral Surplus Sculpture. Hiermee laat hij zien dat elk digitaal werk een fysieke, materiële oorsprong heeft. Door het gebruiken van al deze originele beelden, en ze in te zetten om een geheel nieuw figuratief werk te maken, is Schoolwerth in staat een onrealitisch maar aantrekkelijk beeld te scheppen dat meerdere keren ontdekt kan worden.
Tabor Robak (1986)
Met zijn werk Northstar Special Edition wilde Tabor Robak het gevoel vastleggen dat hij krijgt van een wandeling in het bos. Volgens hem is dat de perfecte ontsnapping uit het dagelijkse, moderne leven. Hij besloot zijn gevoel vast te leggen in een eindeloze virtuele ervaring, getoond op een scherm van 15 m breed. Met het gebruik van User Interface Software matcht Robak het licht in de virtuele wereld aan dat van de echte; de twee werelden komen hierdoor een stukje dichter bij elkaar. De simulatie geeft een beetje het gevoel van een videogame; ook dat is niet zomaar. Robak, zelf een game-fan, waardeert in bijzonder het design van de uitgebreide fantastiewerelden in videogames, iets dat terug te zien is in Northstar Special Edition.
Kevin Bray (1989)
Kunstenaar Kevin Bray mixt veel verschillende moderne media, zoals video, grafisch design en sound design. Hij onderzoekt graag de mogelijkheden van een techniek en gebruikt die om zijn onvoorspelbare en kenmerkende vormen te maken. In It’s Following the Orders zie je een stukje van zijn veelzijdigheid terugkomen; hoewel het uit verschillende delen lijkt te bestaan, zijn duidelijk alle elementen deel van een geheel en een flow. Textuur en verschil daarin wordt erg benadrukt; er zijn organische steenachtige elementen zichtbaar die worden gecombineerd met doorzichtig glas en zelfs textiel. In veel van zijn werken komen de organische doch futuristische vormen terug die ook op dit werk te zien zijn, waarmee hij surrealistische scènes maakt.
Discover
Art must go on(line) is about the successful marriage between art and digital technology and how they redefine each other in new and exciting ways.
Thank you
We hope you’ve enjoyed this exhibition. We really appreciate this opportunity to share our art – both offline and online – with you. The ING Collection stands for quality, experimentation and innovation. It’s a reflection of topics and themes that are relevant in today’s society and to ING.